Overzicht van al mijn verhalen

Klik hier voor de printbare PDF-versie van dit verhaal

Twee erven Vaneveld in Diermen en de Salentein

Jan van de Kraats

De familie Van Vanevelt had al heel vroeg in de geschiedenis van Putten veel bezittingen. De oorsprong lijkt te liggen in het zuidwestelijke gedeelte van Diermen, daar waren twee boerderijen met die naam. Elders in Putten gaven zij hun naam aan de Vanenburg in Nulde. Onze oud-archivaris Johannes van Hell schreef een verhaal in het PHG jaarboek van 1995 over de Vanenburg waarin de “witte” Coop van Vanevelt de Vanenburg bezat en de “zwarte” Coop van Vanevelt Groevenbeek. Dit speelde zich af rond 1500. Een vroege bron van persoonsnamen en bezittingen uit Putten bevindt zich in het Gelders archief in Arnhem. Het zijn, op hun website te lezen, belastingaangiften uit circa 1325 en 1335 (0001-4046 en 3219). Zo staat Henric van Vanenvelde genoemd in een rijtje namen die onmiskenbaar in Diermen thuishoren zoals tGoet te Dijrum, Cope Wittinc, Winekin van Teetsmate, Henric van Bochorst, Gerardus Ghermannus de Bockhorst en Reijner van Aller. Vlak voor dit rijtje zien we nog bona (boerderij) te Beertacker staan, daar komen we zo op terug. Meer tegen het einde van de lijst zien we namen die we niet direct kunnen thuisbrengen zoals Lantfert van Vanenvelde en Gosvin van Vanenvelde. Bij nader inzien lijkt die laatste onder de naam Gosen van Vanenvelt vaak terug te komen in zijn nageslacht. Even een opmerking over Vaneveld met een ‘d’ of met een ‘t’ op het eind. Ik laat het gebruik erg afhangen van hoe het in oude teksten gebruikt werd. Vanwege de leesbaarheid zijn ook niet alle oude teksten tussen aanhalingstekens geplaatst.

Ergens middenin de lijst waar het verband met een buurtschap verloren lijkt te gaan, wordt Maes goet van Vanenvelde genoemd. In 1335 wordt dit bona Thome de Vanevelt, de boerderij van Thomas van Vanevelt. Waarschijnlijk is hieruit de Vanenburg ontstaan. Even later omstreeks 1357 lezen we in 0324_37C-0010 dat Heyno Coeps sone de Vanenvelde 1 molder rogge en 1 molder gerst afdraagt aan de Kelnarij te Putten. Zijn vader was dus een Coop van Vanevelt en mogelijk een voorvader van de Witte en de Zwart Coop. Coop kunnen we overigens zien als een verkorting van de naam Jacobus. Dan volgt de boerderij (bona) in Vanenvelde met een jaarlijkse afdracht van 2 molder rogge en 2 molder gerst, voor de Beertcamp betalen zij 1 molder rogge. De Beertcamp doet wel erg denken aan het huis de Berenkamp tegenover de Salentein. Eerder zagen we nog bona te Beertacker staan. Is de Beertcamp hier een alternatief voor? Als laatste lezen we in 37C nog dat Mentze de Vanenvelde 3 schepel rogge moet afdragen. Dit is waarschijnlijk de oudst bekende bezitter van de Salentein.

In een lijst van personen met achterstallige belasting betaling uit 1383 (0001 2663-0192) getiteld: restanten in officio Puthen (in gemeente Putten) Nove Ecc. (buurtschap Nieuwe kerk = Nijkerk) lezen we: Sm. Mensoins Salentijn 8 stuivers 4 denari. In hetzelfde lijstje wordt Sm. Mensoins fily Wilhelm genoemd, dus een zoon van hem die Wilhelm heette. Salentijn klinkt nu nog als een persoonsnaam die later overgaat op het goed waar hij woonde.

In Arnhem zijn ook teksten bewaard over boetes geheven op misdrijven. Zo lezen we in 1387 over … Henrick van Vaenvelt want hij Aelt Killensoen indie hant gesteken had … (0001-3230-0137). De naam Aalt Killen is mogelijk Aalt Killen van Vanevelt, circa 1390 lid van het Sint Jorisgilde te Harderwijk, geboren te Putten circa 1341 en overleden te Putten circa 1414. Zijn vader Kille van Vanevelt zou circa 1311 geboren zijn te Putten en landbouwer van beroep. Tussen 1434 en 1484 was er in Putten weer een Kille van Vanevelt. Op internet circuleren afstammingslijsten met dit soort gegevens. Omdat in families dezelfde namen vaak voorkomen is lastig te bepalen of het om een bepaald persoon gaat of bijvoorbeeld een neef met dezelfde naam.

Terug naar de afdrachten van Vaneveldse goederen. Anno 1400 zijn die nog vrijwel hetzelfde (0324_37D). Een verschil is dat de Beertcamp nu de Hertcamp heet, een verschrijving van een beambte van buiten Putten? Een toevoeging is dat er nu leengoederen worden genoemd: …Grobbenguet heeft Gosen van Vanevelt te verheerwaarden met 8 loot zilver. Het Goed te Nulde heeft Henrick van Vanevelt (ook) te verheerwaarden met 8 loot zilver… Grobbenguet kennen wij nu als Groevenbeek, het Goed te Nulde werd de Vanenburg. In hetzelfde document komen we ook een Kille van Vanevelt tegen, onduidelijk is hier waar hij zijn bezit heeft. Verheerwaarden is een teken van respect aan de heer bij speciale gebeurtenissen zoals overlijden of erfopvolging. Soms was dat een geldbedrag zoals hier, soms een paar handschoenen of een ander onderdeel van de krijgsuitrusting van de heer. Dit alles om de heer te overtuigen dat hij hem te allen tijde zou steunen in de strijd, in ruil voor het goed wat hij van hem te leen gekregen had. Bedenk dat het woord heer ook leger betekende.

Coep van Vaenvelt bezit volgens het tinsboek anno 1453-1503 (0001_2670-0188) de volgende goederen:

Zijn goed in Vaenvelt (erf Vanevelt in Diermen).
Tydemans guet van Erler, (later van Tyman van Vanevelt, relatie met Vanenburg?).
Grobbenguyt (later Groevenbeek).

Uit hetzelfde tinsboek een aantal goederen te Diermen (0001_2670-0059)

Coep Henricss van Vaenevelt van zijn goed 44 denari.
Aelt Killens van Vaenvelt van een uitvang (ontginning) 16 denari.
Everwijn van Tiestsmaet (..) van die guede Vanevelt 1 groten=16 denari.

Everwijn van Tiestsmaet zal een opvolger zijn van Winekin van Teetsmate uit 1325. Zijn goed Vanevelt zal het latere Claas Everwijnsgoed zijn wat tussen Groot en Klein Vanevelt ligt.

De bronnen zijn spaarzaam en meestal zonder duidelijk verband. We halen een ander soort informatie uit de dijkrol van 1494 die zich ook in het Kelnarij archief bevindt (0324-185). De dijkrol bevat namen van personen die land hebben liggen in de polder Arkemheen om het onderhoud van de dijk te regelen. Buurtschap Diermen valt hier ook onder Arkemheen. We vinden vier personen uit de familie Vanevelt die meer dan 10 morgen land in de polder hebben liggen, een teken dat zij tot de grootgrondbezitters behoren.

Aalt van Vanevelt (Diermen) 13 morgen.
Coop van Vanevelt (Groevenbeek) 24 morgen.
Henrick van Vanevelt (Vanevelt bij Salentein) 23 morgen.
Maas van Vanevelt (Nulde) 10 morgen.

Helaas is niet duidelijk waar de eigenaar van dat land woont, wel staan tussen haken suggesties.

Uit het jaar 1507 is er een pontschatting (taxatie voor belasting) van de Veluwe bewaard gebleven (0001-4951-0104). In Putten worden tientallen namen van personen met hun afdracht genoemd. Interessant is dat er onder Putten een lijstje staat van uitheemsen die wonen in Harderwijk. We zien de namen Tijman van Vanevelt, Geertken van Vanevelt, Thomas van Vanevelt, Reijner van Vanevelt en Goossen van Vanevelt. De elite had dus boerderijen in Putten (en Nijkerk), maar woonde op stand in Harderwijk. De boerderijen werden gerund door boeren die vaak onbenoemd bleven. In het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe te Harderwijk zijn onder nummer 5003 vanaf 1453 de zogenaamde recognitieboeken bewaard gebleven. Voor de liefhebber zijn hier veel korte samenvattingen te vinden van zakelijke overeenkomsten van de familie Vanevelt.

Twee erven Vaneveld in Diermen

De soortgelijke verponding uit 1650 (0008-293) geeft veel extra informatie over (meestal boeren) erven. Denk aan allerlei afdrachten aan andere instanties. Zoeken we naar Vanevelt dan vinden we twee locaties:

(Bija van Steenler) Jan van Vanevelts weduwe eijgenaersche, pachter Cornelis Aeltsen, van huijs, hoff genaempt Vanevelt
9 mergen saeijlants ende weij voer 100 kgl jaerlix.
2 peerden.
10 koeijen op aengehuert landt in Nijkerck gaende tot schattinge 7 gl. 1 str. vol mergen gelt daer van de pachter de helffte sijnde 4.5 daler uijt het voorschreven goet Vanevelt gaet (totaal) 104-13-11.
2 gl 10 strs tot tins aende Aller tins.
1.33 spint tot stedicheijt aenden kellener.
3.5 spint rogge aende kellenaer.
tot last vande eijgenaers.

t Erff Vanevelt toestendich de weduwe van jonkheer Nicolaes van Deelen met huijs, hoff
23.25 mergen hoogh ende leeghlant thientvrij voer den 3e gerff `a 10 gl de mergen hier van ongeveer 20 mergen halff mergen gelt schattinge 60-0-0
8 schepel rogh ende 8 schepel garsten aende Abdisse van Elten
8 gl 8 strs tot herengelt aende Graeff
32 strs tot tins aende selve
1 gl tot rijsvoer
hiervan (pacht) Bessel Broenissen 2½ mergen , Beertien Petersen 2½ m , en Jelis Jelissen 2½ m.
redelic heghholt (totaal 344-10-3)

De Salentein ligt net over de grens met Nijkerk en werd daar geregistreerd (0008-0291-0237).
Reijner van Vanevelt heeft met huijs, hoff, boomgaert, holgewasch ende ander landt,
6 mergen op 14 kgulden de mergen den Salenthient (!) genaamd (maakt 96 gulden).
huijs, hoff ende boomgaert getaxeert op 45 gulden (41-8).

We kunnen hieruit opmaken dat het eerste erf Vanevelt onder het klooster in Paderborn viel met de Kelnarij in Putten als dependance en het tweede erf onder het klooster van Elten dat in Appel in Nijkerk een dependance had, de Kemmena. De afdrachten moesten worden geleverd op deze dependances. Het derde erf de Salentein hoefde helemaal geen afdrachten te doen aan de geestelijkheid, alleen aan de wereldlijke macht in Arnhem. Dat de belasting beambte Salenthient schreef is vermoedelijk omdat hij de term tient of tienden dagelijks gebruikte voor bepaalde afdrachten. Dan valt op dat het eerste erf met 9 morgen land veel kleiner is dan het tweede met ruim 23 morgen. Dat is een gevolg van een splitsing van het eerste erf in meerdere delen in 1588. Zoon Reiner van Vanevelt van dit erf, die dan op de Salentein woont, heeft volgens de verponding nog 12.5 morgen onder Putten in bezit. We zullen over deze splitsing nog verder uitweiden. Dan kunnen we over het tweede erf opmaken dat 20 van de 23 morgen half morgengeld betaalt. Dat betekent dat het bijna buiten de polder viel op hogere gronden, in dit geval ten zuiden van de weg van Putten naar Nijkerk.

De kaart van Kempinck (van de omtrek) van de polder Arkemheen uit 1609 geeft “Salentyn offte Henrick van Vanevelts huysinge”. Waar Bija van Steenler woonde staat “Vaneveltsche huysinge”, bij de Berenkamp staat “Den Berencamp offte Carell Bentincks behuysinge”.

Waren de beide erven Vanevelt een gevolg van de deling van de Hamalandse goederen omstreeks het jaar 1000 waarbij de helft bij het klooster in Paderborn en de andere helft bij het klooster te Elten terecht kwam? Dit had namelijk als gevolg dat in Putten en Nijkerk dit soort boerderijen vaak om en om verdeeld zijn zoals Frank van Dooren in zijn boek uit 1986 “Landschappen in Nijkerk-Arkemheen” mooi beschreven heeft. Vanevelt zou hier een goed voorbeeld van kunnen zijn. We vervolgen met een verdere beschrijving van de twee erven.

Het erf Vanevelt onder de Kelnarij

We zien in 1518 informatie over het goed Vaneveld in archiefstukken van de Hertog van Gelre (0203-53-0332). Enigszins hertaald: …. Henrick Henricksen met Claesgen zijn huisvrouw hebben … uit het erf en goed Vanenvelt zo als dat gelegen is in den ampt van Putten met hoogten, met laagten, met bos, met broek, met turf en twijgen, met alle rechten en toebehoren zoals Goessen van Vanenvelt zaliger placht te bezitten …. Het is typisch een beschrijving van een luie “notaris” die de ligging van het goed met een bezwerende standaardzin afdoet en niet eens de belendende percelen noemt, en zelfs niet de buurtschap vermeldt. Deze tak Henrick Henricksen van Vanevelt werd ook wel Henrick Henricksen Scholten van Vanevelt genoemd omdat meerdere leden het beroep van schout uitoefenden. Hij is vermoedelijk de grootvader van de zo dadelijk genoemde Jan van Vanevelt.

In het Kelnarij archief is in de map Vanevelt meer informatie van Vaneveld in Diermen te vinden. Zo zien we enigszins verstopt onderaan een pagina dat Vanevelt voor 1588 al in 4 parten verdeeld was (0324_123-0039).

Jan van Vanevelt, voor hem Reiner (van Vanevelt).
Arnt van Curler.
Gijsbert Wouters van Twiller.
Stijne van Vanevelt.

Na het overlijden van Jan van Vanevelt is er een verdere verdeling (zie image 0037), we herkennen behalve de familie Vanevelt ook weer de familie Curler en Twiller:

1. weduwe Jan van Vanevelt
2. Henrick van Vaneveld, Dr ten Holt.
3. Joffer Grietgen en Lijsbeth van Oldenbarneveld.
4. Rijck van Twiller
5. Catharine Schulten erfgn.
6. Wolter Looch, nu Looch Gerrits.
7. wed. Curler en het Gasthuis te Nijkerk.
8. Aeltgen Barts, geërfd van Hoolwerf.
9. Melis van Twiller.

In 1643 is er een proces (0203-114-0681) tussen Bya van Steenler, weduwe van Johan of Jan van Vanevelt, met haar oudste zoon Reiner van Vanevelt en verdere kinderen tegen Henrick van der Schuyr (of Verschuur). Uit zo’n proces valt vaak veel te leren, zo ook hier. Vooral omdat er een prachtige situatieschets bij zit van het erf Vanevelt (Fig.1). Duidelijk blijkt dat het gaat om wat we op de kadastrale kaart van 1832 kennen als het erf Klein Vaneveld of het Hondje in Diermen, met het huis op kadastraal nummer J666 (fig.2). Het huis was in 1892 al verdwenen maar de plek is op een luchtfoto nog duidelijk te herkennen. In het proces komt de verdeling van de percelen in 1588 aan bod. Het draait er nu om wie van de vele eigenaren van die percelen toegang heeft via de oprit vanaf de huidige Hardenbergerweg (oprit is nog steeds te zien op de luchtfoto). De bewoners van het huis hadden daar namelijk een hek geplaatst met een slot erop. Henrick van der Schuur had in zijn boosheid het slot er afgeslagen om zo, net als in het verleden, een kortere toegang tot zijn land, de Bongerskamp van 3 morgen, te krijgen. Dit land was door Looch Gerrits, de grootvader van zijn vrouw, uit het erf Vaneveld geërfd. Ook heeft hij een gedeelte aangekocht van de erfgenamen van Arnt van Corler die het weer had geërfd met zijn huisvrouw Anne van Vaneveld.


Fig.1 Tekening van het erf Vanevelt van de Kelnarij bij het proces in 1643. In het midden de inrit met hek waar het proces over ging. De inrit komt uit op de Harderbergerweg, hier niet helemaal naar waarheid geheel horizontaal getekend. De boerderij met de hooiberg in het kwadrant linksboven is duidelijk te herkennen, de tekst op de achterkant schemert door. Bij letter F op de vouw het “horde of veecken”, het toegangshek bij de hooiberg naar de Bongerskamp (E). Het schuurtje onder is van de Berekamp.

Het lijkt wel een zaak voor de rijdende rechter dus. Ook diverse pachters komen aan het woord als getuigen. Henrick van der Schuur verteld dat hij via de oprit altijd vrije toegang had gehad. Vlakbij de hooiberg haalde hij dan tijdelijk een “horde of veecken” weg om op zijn land te komen. Een soort raster of hekwerk dus. Ik begreep nu meteen de betekenis van de perceelsnaam Vegenstuk in het dorp Putten (C342), het was kennelijk ooit een stukje grond met een hekwerk eromheen en wij zouden nu misschien Vakkenstuk zeggen in plaats van Veeckenstuk. Van veecken via veechen tot vegen is maar een kleine stap, vooral omdat vroeger de geschreven letters H en K soms moeilijk te onderscheiden waren.


Fig. 2 Het Hondje of Klein Vaneveld van de Kelnarij op de kaart van 1832. Het gebied is hier iets groter dan in fig.1. Nijkerk is niet getekend, daarom zijn de Salentein en de Berekamp niet te zien. De Salentein is rechtsonder aangegeven met het woord Salentein, de aanzet tot de scherpe bocht in de weg naar Nijkerk is nog net te zien. De Berekamp ligt pal onder het Hondje. Montfrans is gebouwd op de percelen van de Startkamp, maar lag daarvoor helemaal in Nijkerk aan de overkant van de weg. Inkleuring en perceelsnamen van schrijver dezes. Geelbruin is tabaksland, bruin is bouwland, lichtgroen is weiland.

Getuige Henrick van Vaneveld, oud ca 25 jaar, verklaart dat het erf Vaneveld als volgt is verdeeld:
Reinder van Vaneveld is toegedeeld huis en hofstede met het zaaikampje aan de weg, de Uitvang aan de hofstede gelegen, de oostzijde van de Eng met het Maatje.
Henrick van Vaneveld kreeg de westzijde van de Eng met het Voorste Vloedstuk.
Liesbet van Vaneveld kreeg de Broodkamp, de Kleine Bongerskamp aan de weg met het Maatje en de Achterste Startkamp
Anna van Vaneveld kreeg de Grote Bongerskamp met de Bongert aan de weg, het Achterste Vloedstuk, het Voorste Maatje en de Voorste Startkamp.
Stijn van Vaneveld kreeg het Lage Maatje en de Uitvang aan de weg.

Volgens andere getuigen hadden sommige van deze percelen een eigen uitweg naar de “gemene weg”, behalve de westzijde van de Eng en het Voorste Vloedstuk toegevallen aan Henrick van Vaneveld en het Maatje van Reijer van Vaneveld. Ook blijkt dat de Grote Bongerskamp, nu van Henrick van der Schuur, en de Bongert tegen elkaar liggen met de Bongert aan de gemene weg. Amelis van Twiller verklaart dat hij van het Maatje, dat hij samen met Henrick van Vaneveld bezit, een uitweg gebruikt over de Startkampen. Zo zijn er meer aanwijzingen over de ligging van bepaalde percelen. Enkele perceelsnamen met bongert in de naam verwijzen naar boomgaard. Een Uitvang wijst op een iets verderaf gelegen stukje grond dat ooit ontgonnen is en samengevoegd met de kernpercelen, wij kennen nog het woord Uithof waar Uit dezelfde betekenis heeft. Een Startkamp is letterlijk een kamp met een staart, het loopt uit in een dunner gedeelte. Het Vloedstuk zal zijn naam gekregen hebben omdat bij overstromingen van de Zuiderzee zich hier regelmatig vloedhout ophoopte.

Er valt veel meer over de verdere verdeling van dit goed te melden, maar we moeten ons vanwege de lengte van dit verhaal beperken. Nog wel het volgende. In 1693 is er weer een proces (0203-126-0004 en 0124-6380) met Derk Pranger in naam van zijn vrouw Helena ten Holthe tegen Willem van Westervelt. Het betrof een erfenis kwestie. Helena was erfgename van Herbert van Westervelt de oude, die getrouwd was met Anna van Vanevelt. Deze Herbert markeert het begin van de Westervelt periode en is er als bewoner van de Salentein dus bij ingetrouwd. Renger van Vanevelt en Mecheld zijn broer en zus. Hun ouders zijn Henrick van Vanevelt en Helena ten Hooff (0203-126-0005). Deze Renger van Vanevelt kreeg met Claasje van de Poll o.a. een kind Anna Elisabet van Vanevelt. Zij woonden ook op de Salentein. Het beeld ontstaat dat het Vaneveld van de Kelnarij het boerenbedrijf was geworden dat onder het herenhuis Salentein fungeerde. We hadden al opgemerkt dat de Salentein zelf niet onder de Kelnarij viel. Veel van de percelen werden tabaksvelden met grote tabaksschuren erop (geelbruin in fig.2). Later worden sommige van de verdeelde percelen weer aangekocht door de Westervelts op de Salentein.

Johannes van Hell schreef in het PHG jaarboek 1993 een verhaal gebaseerd op een rechtszaak welke zich afspeelt op de Bongerskamp van Vanevelt, “De moord bij de Bongerskamp”. Merk daarbij op dat daar de Bongerskamp niet precies op de juiste plek is getekend.

Het erf Vanevelt onder de Kemmena van Elten

Van het klooster te Elten zijn weinig gegevens bewaard gebleven. In de Tweede Wereldoorlog zijn ook archiefstukken door bombardementen verloren gegaan. Een oude bron uit eind 1300 is door N.C. Kist beschreven in “het Necrologium en het Tynsboek van het Adelijk Jufferen-stift te Hoog-Elten” uit 1853. Onder het hoofdstuk “Stedicheit in den kirspel van Putten” staat Aelt Killensoen uit Vanevelt met een jaarlijkse afdracht van 2 molder rogge en 2 molder gerst. Aelt Killensoen van Vanevelt kwamen we in de inleiding ook al tegen omdat hij door Hendrik van Vanevelt in de hand gestoken was. Uit meerdere koopcontracten van latere tijden is duidelijk dat er een Eltens goed geheten Groot Vanevelt in Diermen ligt. Sterker nog, als Vanevelt genoemd wordt heeft men het eigenlijk altijd over dit Eltense goed, het Vanevelt van de Kelnarij lijkt geheel vergeten door de vroege verdeling in losse percelen.

Uit oorkonden van het Stift Elten blijkt dat onder Putten-Nijkerk anno 1500 Kille Maaszoon is overleden. Met de naam Maas is dit wellicht de verbindende factor met het volgende. In het jaar 1559 moet er een magescheit (boedelverdeling) tussen Gijsbert Masen van Vanevelt en zijn zusters hebben plaats gevonden. Helaas heb ik die niet kunnen vinden. Door een reconstructie met gegevens uit diverse dijkrollen is het gebied van Gijsbert Maesgoed redelijk te herleiden (Fig.4). Gijsbert Masen was dus zeer waarschijnlijk een opvolger van Aalt Killen van Vanevelt. Ook dit goed lijkt na 1559 in delen uit een te vallen. In 1624 verkoopt Maas Gijsbertsen van Fanefelt een stuk land uit Fanefelt aan Kill ten Hove, maar er zijn betalingsproblemen (0583_205-0001).

In 1594 koopt Steven van Delen, getrouwd met Geertruid van Oldenbarnevelt, de Vaaltkamp van Groot Vanevelt. In 1599 koopt hij de Achterste Hoge Eng. Een Vaaltkamp is een omheind stuk grond bij de boerderij om gedurende de nacht het vee veilig te stellen tegen wolven, hiermee werd het ook een plek om mest te verzamelen. Steven van Delen overlijdt in 1603. Zijn zoon was Nicolaas van Delen uit de verponding van 1650, toen de eigenaar van het Eltense Vanevelt. Nicolaas had Vanevelt gekocht in 1629. Het is onduidelijk wat Vanevelt toen omvatte, want hij zal de delen van Vanevelt die zijn vader al had wel toebedeeld gekregen hebben. Bovendien had Nicolaas al in 1611 2.5m Gosens Eng (J802) gekocht van Hendrik Aartsen, plus in 1606 3 morgen op de Eng van Vanevelt (J787?). In 1636 kocht hij nog 1.5m de Lage Eng onder Vanevelt (J811?) erbij. Nicolaas is in 1638 overleden. In 1643 koopt zijn weduwe, Margarita van Apelthoorn, een hoek land, het Stertje (J582) onder Vanevelt gehorende. Zo volgen er meer stukken land van Vanevelt, meestal zonder een naam of oppervlak te noemen. Zij hadden o.a. een zoon Johan van Delen, getrouwd met Geertruid van Bronckhorst. Nicolaas was overigens eerder getrouwd met Helena van Harderwijk.


Fig. 3. Het gebied met daarin Groot Vanevelt van het jufferen-stift te Elten rond 1832. Het sluit aan op Fig.2 aan de oostzijde. De Salentein in Nijkerk is met een woord weergegeven. De horizontale weg is de weg Putten-Nijkerk. Op mijn website https://historieputten.vandekraats.com kunt u op de details van de 1832 kaart inzoomen en andere verhalen lezen.

In het Gelders archief is een bron van rond het jaar 1700 met afschriften betreffende Eltense goederen (0012-1561). Daarin zijn de huwelijkse voorwaarden opgenomen van Jacob Jan baron van Delen heer tot Lent en Vanevelt en zijn vrouw Anna Elisabeth baronesse van Delen tot Laer uit 1688. Die werden door de Abdisse van het jufferen stift te Elten goedgekeurd (approbatie) in 1708. Duidelijk is dat Herr von Dehlen beleend is met Gross Vanefeldt in ampt Putten gelegen. Het gebied, hadden we al uit het morgengeld (polderlasten) begrepen, lag bijna helemaal ten zuiden van de weg Putten-Nijkerk en ten oosten van de Salentein. In het testament van Anna Elizabeth van Delen vrouw tot Laar uit 1719 (0481_1120) zijn verscheidene koop- en verkoop feiten te vinden waarvan we al melding deden. Jacob Jan van Delen was een zoon van genoemde Johan van Delen. Zo wordt in 1694 het huis met hofstede (noordelijk) over de weg genaamd Ter Goot of de Lorrekorf (J567) aangekocht met 2m land en nog 1.5m van het Zwarte land (J570 en 571). Dan nog 1.5m ten oosten van de hof (J566 en J564). Ook het Polletje (J799) en het plaggeveld (J801) tegenover de hofstede en over de weg worden overgedragen. Dat van het goed Ter Goot is vreemd, wij kennen nu nog het goed Ter Goot op J795 ten zuiden van de weg Putten-Nijkerk in de hoek met de Meskampersteeg. Op de kaart van Kempinck uit 1609 is op die plek van de huidige boerderij de Goot een binnenwegje getekend met de tekst “naar de (Kleine) Tuk”. Elders staat de aankoop van het erf en goed genaamd Ter Goot bij de Muis beschreven, maar dat moet wel op het zojuist genoemde de Goot slaan, want Ter Goot op J795 is niet in eigendom van de Van Delens gekomen. Opmerkelijk is dat rond 1730 ene Hendrik Gerritsen van der Goot te Nijkerk de beheerder is van Groot Vanevelt (zoon Gerrit volgt op). Heeft hij het huidige Ter Goot opgericht? Ook uit oude dijkrollen blijkt dat de percelen ten noorden van de weg rondom de Lorrekorf de naam Ter Goot hebben. Boerderij de Loorkorf of Lorrekorf blijkt op dit stuk land geheten Ter Goot te zijn gebouwd. Is er een verband met Laer (Loor) uit de naam Van Delen tot Laer? In de dijkrol van 1611 is het land ter Goot (J563-572) eigendom van Ariaan Bessels, in 1716 van Van Delen. In latere bronnen spreekt men over de Lorrekorf of Groot Vaneveld. Nu blijkt dat de Lorrekorf pas heel laat is bijgekocht. Waar was dan de boerderij Groot Vaneveld voorheen? Er ligt iets meer westelijk het erfje Watergat dat in latere bronnen Klein Vanevelt wordt genoemd. Later was dit een klein erfje wat niet past bij een boerderij Groot Vaneveld. In 1676 is er een pacht contract van Watergat, dus het is wel in eigendom. Gaan we terug naar de dijkrol van 1611 dan staat het Watergat van Gijsbert Maasgoed ter grootte van 7m op naam van Geert Killen en Aaltje Collerts. In 1716 heet de helft zonder huis Vanevelt (J582, 583) en de andere helft met huis Watergat (J586, 590-595) en Hoge stuk (596-600). Is Geert Killen familie van Aalt Killen van Vanevelt en Watergat dus de oorspronkelijke boerderij Groot Vanevelt? In jaarrekeningen wordt gesproken van Watergat en de Lorkorf met elk circa 250 gulden pacht per jaar (0481-1599). Een belangrijk verschil in grootte lijkt er niet te zijn.

Opmerkelijk is ook de gelijkenis van Lorrekorf met een boerderijtje de Lorthoorn, een korf is ook een soort hoorn nietwaar. In 1685 lag dat in buurtschap de Tuk onder Diermen en was 4 morgen groot, in 1650 was het eigendom van Melis Wulfen. Nu is er in buurtschap Hell aan de Meskampersteeg 44 een boswachtershuisje met die naam. De grond heette vroeger zo en hoorde waarschijnlijk ooit bij de Lorthoorn.

Volgens het testament ging Groot Vanevelt in 1756 naar Isaak Steven baron van Delen tot Schoonenburg, een zoon van de oudste broer van Jacob Jan geheten Nicolaas Hans Willem van Delen (0008-863-0305). Hij heeft het meteen doorverkocht gezien het volgende:

Uit de zogenaamde rijsvoeders betalingen aan Gelre is een reeks eigenaren af te leiden. Rijsvoeder stond van oorsprong voor de verplichting om jaarlijks een kar met rijshout aan de Hertog te leveren om zijn vertrekken te verwarmen en zijn ovens in de keuken van brandstof te voorzien. Later werd dit een gulden. De opeenvolgende eigenaars van Groot Vanevelt zijn Gijsbert Maessen, jonker Johan van Delen (geërfd), jonker Jacob Johan van Delen tot Laer, zijn weduwe mevr. van Schoonenburg 1748, Hendrik Kloppers 1761, Hilletje van de Pol 1785 (0012 1493 0129). Jammer dat alleen de laatsten van een datum zijn voorzien. Maar voor 1500 was er al een Maas Killen, opgevolgd door Gijsbert Maassen en dan door zoon Maas Gijsberts. Jonker Johan van Delen zou het geërfd hebben van Gijsbert Maessen van Vanevelt, een link die ik verder niet in detail kan nagaan.


Fig. 4. Reconstructie van het hele gebied Vanevelt. De rode lijn is de grens Putten-Nijkerk. Lichtpaars, Klein Vaneveld of het Hondje van de Kelnarij. Donkergroen, de Hirtenhoeven. Lichtgroen, het gebied van Watergat of Klein Vanevelt van Hendrik Groeneveld als onderdeel van Groot Vanevelt in 1832. Roze, Claas Everwijnsgoed omstreeks 1500. Lichtblauw, de Goot of Lorrekorf, later Groot Vanevelt en de Lorrekorf. Rood-oranje, het eigendom van d’Yvoy in 1832, in Nijkerk de Salentein, in Putten door aankoop in 1815 van de Groot Vanevelt helft van Steenler. Oranje, de helft van Groot Vanevelt door Harmen Brouwer verkocht aan d’Yvoy in 1852. De Paardekamp (J807) is in 1832 nog niet in bezit.

Het komt dus bij Hendrik Kloppers en zijn vrouw Woutertje Suiken terecht door aankoop van Isaak Steven van Delen. Hij bezat al delen van het vroegere Claas Everwijnsgoed, namelijk boerderij de Lindeboom en de percelen daarachter Lansink geheten (J524-527). Volgens de protocollen van Diermen koopt hij in 1758 Watergat of Klein Vaneveld van 10 morgen groot van baron Isaak Steven van Delen (0203-863-0309). Het is beschreven als onderdeel van het Eltense Groot Vanevelt of de Loorkorf. Hij is kennelijk een vermogend man want behalve losse percelen koopt hij in 1780 ook de boerderijen Groot en Klein Diermen, samen 22.5m groot. We raken wel op een dwaalspoor want we probeerden Groot Vaneveld te volgen en komen nu op Klein Vaneveld uit. Van de 23 morgen uit 1650 is nu nog 10 morgen over. Waar is de rest? Als buren worden overigens genoemd, oostwaarts De Goot, zuidwaarts De Hogedam, westwaarts de Salentein van de heer Westervelt, noordwaarts percelen boven Watergat. Dat is veel groter dan 10m. Wel wordt gesproken over een afzonderlijk transport met het Eltense erf en goed Groot Vanevelt of de Loorkorf. Dat heb ik niet kunnen vinden. Later komen we er achter dat het naar de familie Steenler is gegaan. Die hadden daar kennelijk goede banden mee. Omgekeerd kocht in 1457 Kille van Vanevelt het goed Steenler in Nijkerk. Vergelijk ook Bije van Steenler de weduwe van Jan van Vanevelt (van de Kelnarij weliswaar). De overgang van Hendrik Kloppers naar Hilletje van de Pol is ook in nevelen gehuld. Wel staat Hilletje van de Pol vermeld als erfgenaam van Hendrik Kloppers (0203-863-0333).

Rond de Franse tijd was de administratie vrij chaotisch. We vinden een nieuwe draad als rond 1811 notariële akten verplicht worden. Het duurt ook nog tot 1832 wanneer we percelen eenduidig kunnen aanwijzen met een kadastraal nummer. Daarvoor kon alleen aan de hand van belendende percelen opgemaakt worden wat bedoeld werd, en ook die werden vaak niet genoemd.

In 1812 is er nog een verkoop tussen andere personen van percelen geheten de Vanevelden uit het vroegere Claas Everwijnsgoed (J577-580) die boven het Watergat liggen .

In 1807 verkopen Willem Ramaker en Anna van Steenler hun vierde deel van het Eltense Groot Vaneveld aan Hendrik van Steenler (0203-864-101). Zie fig.4. Er is 2.5m land met vol morgengeld en 12.5m half morgengeld, dus het meeste ligt ten zuiden van de weg Putten-Nijkerk. In 1800 had Hendrik van Steenler (volgens akte uit 1815) al een vierde deel van het goed verkregen uit de boedel van zijn oom Jacob van Grevengoed. Nu heeft Hendrik van Steenler dus de helft van Groot Vanevelt. In 1815 verkoopt Hendrik van Steenler zijn helft van Groot Vaneveld aan Heribert van Westervelt wonend in Harderwijk maar logerend op de Salentein (0168_1107-0388). Groot Vaneveld zou in totaal ruim 30 m groot zijn met westwaarts Heribert zelf en oostwaarts boerderij de Goot. Er worden verpondings nummers van de percelen gegeven, helaas zijn die niet op kaarten bewaard gebleven. Jaarlijkse afdracht 7 schepels rogge en 7 schepels boekweit.

In hetzelfde jaar 1815 worden de twee halve aandelen fysiek gescheiden van elkaar, dus een helft van de oppervlakte voor Heribert van Westervelt en een andere helft voor Hilletje van de Poll (0168_1107-0405). Nu de kloosters na Napoleon werden opgeheven werd zo’n splitsing gemakkelijker. De kloosters wilden altijd levensvatbare bedrijven in stand houden.

Hilletje van de Poll, wonend op Moorselaar met haar man Hendrik Groeneveld, geeft in haar testament van 1816 aan dat zij haar helft van Groot Vanevelt, zoals dat haar is toegedeeld na de fysieke scheiding met de heer van Westervelt van de Salentein en 17 morgen groot, wil nalaten aan haar nicht Gerritje van Hal huisvrouw van Harmen Brouwer (1817 0168_1109-0464). In 1823 overlijdt zij en komt de overdracht. Haar man Hendrik Groeneveld was behalve van Moorselaar in Nijkerk eigenaar van boerderij Groot Deuverden. Hij bezat in 1832 ook Watergat of Klein Vanevelt ter grootte van 6.4ha. In 1846 gaat dit na zijn overlijden bij veiling naar Anna Magdalena baronesse d’Yvoy, getrouwd met jonkheer mr. Hendrik Maurits van Weede. Zij waren de bewoners van de Salentein (0168_3867-0001). Dit gaat om het gedeelte noordelijk van de weg Putten-Nijkerk. De overdracht van Isaak Steven van Delen aan Hendrik Kloppers in 1758 en in 1784 aan Hilletje van de Pol wordt in deze akte gememoreerd.

Een perceel Goossen Eng (J802) dat hier ook ligt, wordt in 1816 verkocht door baron Van den Bos van Verwolden aan Jacob Marcus (0168_1108-0163). In 1832 is het eigendom van baron Paul Engelbert baron van Hangest d’ Yvoy, de opvolger op de Salentein (Anna Magdalena is een dochter van hem). Perceel de Paardekamp (J807) is in 1832 nog van Hendrik van de Goot maar wordt later aangekocht.

In 1852 (0168_3874-0109) verkopen Harmen Brouwer en Gerritje van Hal hun deel van Groot Vanevelt ook aan Anna Magdalena baronesse d’Yvoy. Nu is pas precies duidelijk waar die percelen van Hilletje van de Pol lagen, het gebied van 17.41 ha ligt tussen de Salentein (west) en boerderijen de Goot en de Kleine Tuk (oost), met noordwaarts de Zuiderzeese straatweg met de kadastrale nummers (J785-790, 799-801, 803-806, 809-814, 817). Hiermee is dus Groot Vanevelt na lange tijd weer compleet en onder de Salentein gekomen.

Hirtenhoeven

Tussen Vanevelt van de Kelnarij en het Watergat van Elten ligt een gebiedje met de naam Hirtenhoeven of korter Hirtshoeven (J600-604, 606-613). In 1325 bevind zich tussen de persoonsnamen in dit gebied, zoals in de inleiding besproken, ene Stephanus Hertekin. Is hij mogelijk de naamgever hiervan? Ooit is het een periode in zijn geheel eigendom van de Salentein geweest. Later in 1716 bleef daarvan circa de helft over. Opmerkelijk is nog dat in 1665 het gebied ten noorden hiervan aangeduid werd met de naam “Henrick Aertzen Bolwerck”. We kunnen in Putten dus nog een bolwerk toevoegen aan ons lijstje.

Tot slot

We hebben veel aan het licht kunnen brengen over het gebied Vaneveld waarvan nog bijna alles onbekend was. Het was een hele puzzel. Eerst had ik ook nog het plan om de familie Vanevelt uit te zoeken, maar dat moet ik maar aan genealogen overlaten. Van het hele gebied Vanevelt ligt ruim 60 ha in Putten. Net over de grens met Nijkerk ligt de Salentein dat uit Vanevelt ontstaan is. Dit Nijkerkse gedeelte is nog geen 1/10 deel van het geheel. Puttenaren mogen dus best met wat andere ogen naar de Salentein kijken. Waarom overigens de grens zo vreemd getrokken is, is niet meer te achterhalen. Wonen op stand in de “stad” Nijkerk i.p.v. in een dorp Putten was misschien een reden.

Het Vanevelt van de Kelnarij, later het Hondje of Klein Vanevelt geheten, lijkt geheel vergeten door de vroege verdeling in losse percelen. Het Groot Vanevelt van Elten is nog het meest bekend, alleen waar stond de boerderij? Wij hebben alleen Watergat en de Lorrekorf gevonden. De Lorrekorf leek later aangekocht en Watergat heette ook Klein Vaneveld. Er waren dus twee Klein Vanevelden in Diermen. Was de Lorrekorf uit een eerdere verdeling teruggekocht of stond elders een boerderij Groot Vaneveld? Pas in 1878 staat duidelijk beschreven dat op het beetje vreemde perceel J791bis, aan de overkant van de weg bij de Lorrekorf, het oude erf Groot Vaneveld was geweest (0168_3911-0236). Op de kaart van De Man uit 1805 is daar nog een gebouw te zien. Met de aanleg van de nieuwe Zuiderzeestraatweg tussen Putten en Nijkerk in 1830 is de weg rechtgetrokken en over het oude erf komen te liggen.

Het Hondje, Watergat en de Lorrekorf zijn alle afgebroken voor 1892. Het einde van de tabaksteelt en de lage prijzen van graan door import van goedkoop graan met stoomschepen uit de VS zullen hieraan hebben bijgedragen. Paul Engelbert d’ Yvoy, als opvolger van Heribert van Westervelt, zag meer in de teelt van hout. Zie bijvoorbeeld zijn bezit in Gerven en boerderij de Hooft in Norden. Groot Vaneveld ten zuiden van de weg Putten-Nijkerk is nu dan ook grotendeels bos.

Volgens Wim Hagoort stamt de naam Vaneveld via Venevelt af van de veengrond in dat gebied. Zelf had ik altijd beelden van Ridders te paard met wapperende vanen. Misschien is deze mogelijkheid niet helemaal uit te sluiten want tussen de oostelijk gelegen buren boerderij de Goot en herberg de Muis ligt een stukje grond met de naam het Ridderveld.

Dank aan Inger Brill voor het, zoals altijd, verbeteren van het Nederlands, Peter Bijvank voor het kritisch doorlezen en mijn zoon Jasper voor het beheer van de website.

Speciale dank aan het Gelders archief dat zo veel van de genoemde documenten op hun website beschikbaar stelt voor downloaden, en in dit geval zo vriendelijk was nieuwe scans te maken van het proces 0203-114 omdat de oude bijna onleesbaar donker waren.

Overzicht van al mijn verhalen